Hoofdstuk 3
Het is altijd de angst
voor je eigen dood
die de herkenning
van het Koninkrijk blokkeert.
2 november, 1987
Nu, beginnen we.
Geliefde broeder;
want dat ben je zeker,
Ik ben gekomen omdat je daarom hebt gevraagd.
In de loop van onze ontmoeting van dit moment,
zal ik met je delen
wat jou de harmonie van het Koninkrijk
zal openbaren.
Ten eerste,
het zal je opvallen dat ik de voorkeur geef
aan het gebruik van
duidelijk Christelijke terminologie,
hoewel deze terminologie
beter gezien kan worden als Joods-Christelijk.
Ik doe dit omdat die termen
gemakkelijk herkenbaar zijn
in verband met de tijd dat ik onder jullie was.
Het is zeker niet de enige vorm
die gekozen kan worden.
Ik ben niet begrensd,
noch ben jij dat.
Het enige verschil van betekenis tussen ons
is dat ik mijn onbegrensdheid
volledig heb erkend,
terwijl jij daar niet voor kiest.
Marc,
als je kijkt naar de stroom van je ervaring,
in de laatste vijf jaar,
dan heb je veel inzicht verworven,
om één goede reden:
je hebt het gewenst.
Verlangen is daarom
de eerste vereiste factor
in het proces van tevoorschijn komen
uit de slaap waarin je hebt verkeerd
millennia lang.
Ik ben mij terdege
bewust van wat jij als twijfel ziet.
Overweeg dit:
kan het angst zijn voor wat voor de hand ligt?
Welke veranderingen zouden in jouw leven plaatsvinden
als je zou erkennen dat jij,
vanuit jouw verlangen,
inderdaad de manifestatie had voortgebracht
van de ervaring van verbinding met de denkgeest van Jeshua,
de ‘Christus’?
Die laatste term is niet een titel waar ik om heb gevraagd.
Hij werd Mij opgelegd
door hen die weigerden
Mijn boodschap volledig te erkennen
in zichzelf.
Het niet in staat zijn dat te doen
is altijd het gevolg van angst.
Angst is de enige energie
die jou kan afscheiden
van het Koninkrijk.
Het is niet de ‘vrees voor God’,
maar de angst voor je eigen zelf.
Dit is misplaatst door het op God te projecteren,
wat moet worden gezien als iets geheel anders.
Alleen al contemplatie hierover
kan veel beweging teweegbrengen
in iemands bewustzijn.
En is niet al die beweging
alleen maar de overgave van begrenzing,
erkend als zelf-geschapen?
Daarom liet mijn onbegrensdheid mij zeggen,
zonder de minste aarzeling:
“Ik en Mijn Vader zijn Een.”
Je gaat het Koninkrijk binnen
wanneer de duidelijke waarheid van deze uitspraak
erkend wordt in je eigen denkgeest.
Het markeert de overgave
van zelf-opgelegde begrenzing.
Ik wens heel duidelijk te maken
dat Mijn keuze van het woord
‘duister’ altijd gelijk moet worden gesteld aan angst,
wat de enige vorm van energie is
waarvan gezegd kan worden dat jij die hebt geschapen.
In het Koninkrijk
bestaat die niet.
Je bent volledig geliefd.
Je hebt nooit gezondigd.
Het is de aard van de Dromer
om in zijn Droom te geloven.
De Droom ken je goed.
De Werkelijkheid neem je vaag waar,
als de echo van een melodie
die zwakjes naar je terugkomt.
Luister ernaar, en alleen daar naar.
Hier zijn je speciale vaardigheden waardevol.
De kunst van stilte
delen met anderen
kan alleen hen die het Koninkrijk zoeken
helpen een staat van kwetsbaarheid te bereiken
waarin wij tot hen kunnen spreken.
Het Koninkrijk kan niet verloren gaan,
maar het is vergeten.
Toch wordt in het vergeten
juist de substantie van ware herinnering geboren.
Wij gebruiken wat je ook droomt
als mechanisme voor je ontwaken.
Als je mij even wat luchtigheid wilt toestaan,
hoewel je over een wit kleed voortsukkelt
met moddervoeten,
transformeren wij het in een verfijnd wandtapijt
dat je aandacht zal vangen.
Juist dit is de harmonie van het Koninkrijk:
niets, absoluut niets,
kan ooit ergens anders voor dienen
dan de Dromer een zetje geven
naar het einde van zijn slaap.
Daarom,
toen ik voor het eerst tegen je sprak
enkele maanden geleden,
heb ik benadrukt dat
je ervaring van moment tot moment
de weg naar je verlichting is.
Het is harmonieus,
en slechts een glimp ervam verzekert
zelfs de grootste skepticus dat het zo is.
Je zult nu wel gemerkt hebben
dat jouw vraag om contact met je gidsen
onze toestemming niet behoeft
voor het laten plaatsvinden van communicatie.
Jouw vraag is jouw instemming
om toe te laten wat altijd voor je beschikbaar is.
Het is een oefening in het loslaten van angst.
Het gebeurt als de Dromer,
hoe vaag ook,
begint te merken dat er iets nogal raars
met de Droom aan de hand is.
De Droom is het hele gebied van angstige ervaring
dat is losgebarsten vanuit die ene oorspronkelijke gedachte:
“Ik ben van God afgescheiden.”
Het gebeurde ontelbare eonen geleden,
toch was het maar een moment geleden,
want tijd is slechts deel van jouw Droom.
Eén van je gidsen heeft herhaaldelijk benadrukt
dat de houding die je dient aan te nemen
om uit de Droom te ontwaken is
’toelaten, toelaten, toelaten.’
Om leiding vragen bevordert dit,
en is de impliciete herkenning
dat niets anders heeft gewerkt,
dat er niets anders te doen valt.
In het begin
is dit toelaten beangstigend
want het voelt als sterven,
een welbekende ervaring
van het afgescheiden ego!
Hierom
blijven de meeste zoekers voor altijd zoekers,
zoekend naar een vorm van magie die,
in essentie,
verlichting naar hen toe brengt.
Dit kan niet werken
want ontwaken vergt ontvankelijkheid.
Dit kan alleen gebeuren
door toelaten,
dat wil zeggen
toelaten dat sterven plaatsvindt.
Het is irrationeel voor het afgescheiden zelf
dat het grootste doen plaatsvindt in de handeling
van absoluut niets doen.
Vandaar,
“Mijn last is licht en Mijn juk is zacht.”
Geen inspanning is nodig om het Koninkrijk binnen te gaan.
Toelaten is de sleutel van de poort die
voorbij de Droom van de Dromer leidt.
Als je slechts even nadenkt Marc,
dan weet je hoe moe je bent geworden
van je Droom.
Dit kan aanvankelijk een groot conflict oproepen
als het de Dromer daagt
dat er iets mis is,
maar zijn broeders zien het niet,
en alle pogingen om dat gevoel te delen
leiden alleen maar tot de frustratie van mislukking.
Men kan de Droom niet beëindigen,
omdat de Dromer deel is
van de Droom.
Toelaten is het proces
van overgave van de Droom
van de Dromer zelf.
Als de Dromer oplost
dan doet zijn Droom dat ook.
Dan is er slechts het Koninkrijk,
dat alleen is er altijd geweest.
Jij ben een ontwakende Dromer.
Terwijl ik dit zeg herken je de waarheid:
het enige verschil tussen jou
en veel van onze broeders is
dat je de droom herkent
en de waarde van toelaten
als de sleutel tot het Koninkrijk.
Een aspect van jouw Droom
was jouw reis met Mij
in Kanaän en Galilea.
Van vele bronnen heb je dat vernomen.
Laat Mij het voor je bevestigen.
Je was een Esseen,
en zelfs tijdens dit huidige leven
heb je vele van je mededromers ontmoet.
Je hebt gehoord dat jij,
samen met je goede vriendin Kendra,
aanwezig was toen ik tot de massa’s sprak
op de Olijfberg.
Weet dat je daar was.
Wat jou trof was niet de essentie
van het onderricht van die dag,
maar de herkenning dat het onderricht
in Mij was gerealiseerd.
De timmermanszoon was naar verre landen gereisd
en teruggekeerd als meester.
Dat was jouw waarneming.
Aldus,
werd de poort naar het Koninkrijk
voor jou een juweel
dat in het Oosten
kon worden ontdekt.
Daar ging je heen
in negen achtereenvolgende incarnaties,
om de yoga’s en filosofieën
meester te worden.
In deze huidige incarnatie
heb je je gekozen weg voltooid.
Deze voltooiing was, zoals je weet,
de herkenning dat de Dromer
zijn gehele Droom kan beheersen,
en toch verstrikt blijft in de Droom zelf.
Je hebt de eenvoudige sleutel ontdekt –
het juweel –
en is dit niet de stilte van toelaten?
Je kunt zeggen dat jouw ervaring
van Mijn Bergrede
de eerste echte beweging was
naar ontwaken uit je Droom.
Lijkt het een lange weg te zijn geweest?
Bedenk ,
dat zo’n waarneming
uit de Droom zelf komt.
Ik ga je vragen om te beginnen met
elke dag een poosje met Mij door te brengen.
Het werk waarover ik het eerder had
is nu voltooid
en we kunnen beginnen.
Nogmaals,
dit is geen bevel van Mij,
alleen een zachte reminder.
Deze deelname is jouw vrije keuze,
zoals het altijd moet zijn.
Dat wat IK BEN
weet niets van dwang,
want Liefde kan niet dwingen.
Het trekt alleen de zoeker naar Werkelijkheid
aan tot zichzelf.
Dit vraagt geen andere inspanning
dan beschikbaar zijn,
want elke zoeker herkent Liefde
omdat – hoe diep begraven ook –
er de herkenning is
dat Liefde het ware wezen is
van de zoeker zelf.
Dit wordt nooit ontkend,
maar herhaaldelijk genegeerd.
Onze enige taak is dan
om de zoeker zachtjes te leiden
naar de ervaring van aandacht
voor wat er altijd is geweest:
het Koninkrijk.
Hier zullen we eindigen.
Ik ben heel blij met het gemak waarmee je nu
aanwezig kan zijn door toe te laten.
Is de reis,
ongeacht hoe beladen met schijnbare tweestrijd en pijn,
niet de moeite waard?
Zegen het, alles ervan.
Amen
*****
13 november 1987
Hallo Marc.
“Hallo Jeshua.”
Nu beginnen we.
Zoek je niet de troost
van het absoluut weten?
Verlang je niet naar de troost
van absolute eenheid?
Want het is een grote waarheid,
die ik je eerder heb gegeven en vandaag bevestig,
dat verlangen de eerste sleutel voor vervulling is.
Daarom dient men het object van verlangen te onderzoeken.
Want dit deel ik nadrukkelijk met jou:
Wat verlangd wordt, wordt ervaren,
altijd.
Zo overvloedig is de tafel van je Vader,
zo is de liefde van jouw universum.
“Vraag en gij zult ontvangen.”
Ik zou deze uitspraak willen verduidelijken
die ik trouwens werkelijk heb uitgesproken.
In de toekomst,
zal ik je precies die lessen uit de geschriften
verduidelijken
die werkelijk door Mij zijn gegeven;
vele waren dat niet.
Gaandeweg dit proces,
zal ik de betekenis van die lessen duidelijk maken,
en ze terugbrengen naar hun oorspronkelijke bedoeling.
“Vraag en gij zult ontvangen”.
Het maakt niet uit waar je om vraagt,
noch dat de vraag misschien is
wat doorgaans bekend staat als ‘onbewust’.
De denkgeest heeft diepte.
Het vragen waarover ik het heb
is dat wat voortvloeit
uit de diepte van je denkgeest.
De bedoeling van de schepping,
die de immer-aanwezige stroom vanuit de Vader is,
is om het vragen te gebruiken
als een mechanisme voor de focus
van die levensbeweging naar vorm.
Het obstakel is, natuurlijk,
de misleide afscheiding gekend
als ego.
Daar neemt ieder van jullie aan deel,
weerspiegelend naar jezelf
aspecten van de grote illusie
die jullie enige schepping is.
Zoals jullie allemaal in Waarheid
één Denkgeest zijn, Gods enige Zoon,
zo zijn jullie ook
één denkgeest in jullie illusie,
het ego.
Nooit kijk je naar een ander,
want er is geen ‘ander’.
Je ziet alleen jezelf.
Er is vele malen gezegd
“Heb je broeder lief als jezelf”.
Dat is omdat je je broeder bent.
Door je broeder lief te hebben
omarm je alle aspecten van het ego –
je illusie –
en zo begin je het los te laten.
Na dit cruciale inzicht
kunnen we verder gaan naar begrip
van Mijn uitspraak:
“Vraag en gij zult ontvangen”.
Omdat je niet van God gescheiden bent,
wordt alles wat je in je denkgeest wenst
manifest,
en je ervaart het onmiddellijk.
Het mag lijken dat dit niet het geval is,
maar ik verzeker je dat het zo is.
Het wordt moeilijk
als je aan het geloof vasthoudt
dat je slechts dit drie-dimensionele wezen bent
dat je dagelijks ervaart.
Je bent veel meer dan dat,
zelfs in je grote illusie.
Wat ik hier zeg
is dat ervaring niet in fysieke vorm
hoeft plaats te vinden om geldig te zijn.
“Kijk naar een vrouw met lust
en je hebt in je hart
al overspel gepleegd.”
Dit dient niet figuurlijk te worden genomen.
In zo’n geval
heb je de seksuele daad al helemaal
ervaren.
Natuurlijk
is dit waar
voor alle verlangens in de denkgeest,
van de allerkleinste
tot de allergrootste.
Daarom is
wat je verlangt het allerbelangrijkste.
“Zoek eerst het Koninkrijk van God”
betekent dat je boven alles verlichting zoekt.
Dit betekent niet
dat je er geen andere gedachten op nahoudt.
Die zullen er altijd zijn,
totdat het ego is opgelost.
Echter,
door jouw verlangen naar het Koninkrijk,
zal de Vader –
door de Heilige Geest –
elke ervaring die jij schept transformeren
in het middel waardoor jij zult ontwaken.
Vergis je hierin niet,
want als de ervaring van God
wordt gekoesterd als diepste verlangen,
ligt die altijd voorbij de grenzen
van elke op het ego gebaseerde wens.
Aldus
is de drijfveer van je ziel
voorbij de begrensde ervaring te gaan,
wat die ook mag zijn.
Dit is de reden
dat de zoeker begint aan te voelen
dat zijn hele ervaring
op de één of andere manier symbool staat voor iets
dat er buiten ligt.
Je hebt dit aan anderen beschreven
als een groeiend gevoel van transparantie.
Natuurlijk,
wat transparanter wordt
lijkt zijn betekenis te verliezen.
Gelukkig
is het zijn begrensde betekenis aan het verliezen,
omdat het was ontstaan
in de begrensde gedachte van het ego.
Uiteindelijk
bevredigt niets meer.
Nu staat het ego op glad ijs,
want zijn fundament – afscheiding –
is niets dan de beperkte gedachte waarop
het hele bouwwerk van al je ervaringen
is gebaseerd,
en ook die,
wordt transparant.
Op ervaringsniveau
wordt dit gezien als de dood,
en dat is heel letterlijk waar.
‘Wedergeboren’ zijn
betekent alleen dat de identificatie met het ego
verdwijnt.
Dit wordt duidelijk vaak verkeerd begrepen.
Het is altijd angst voor de eigen dood
die de herkenning van het Koninkrijk blokkeert.
Aan diegenen die zijn ondergedompeld
in de verwrongen overtuigingen
over de missie van mijn leven op aarde,
wil ik de volgende suggestie aanbieden.
Geef de hoop op verlossing op,
want je hebt het verkeerd begrepen.
Jij –
geïdentificeerd met jouw gedachte van een afgescheiden zelf –
zal niet,
en kan niet,
door Mij worden gered.
Jouw wanhopige verlangen hiernaar
schept de illusie van verlossing,
omdat je altijd ervaart waarnaar je verlangt.
Maar, om het Koninkrijk binnen te gaan,
moet verlangen worden geboren uit de juiste intentie.
Welnu,
“Vraag en gij zult ontvangen”,
is een uitspraak over de laser-achtige focus
van creatieve energie,
de overvloed van
de tafel van de Vader.
Vraag daarom
niet om verlossing,
want je ideeën daarover
zijn verwrongen.
Vraag in plaats daarvan
om te ontwaken uit elk laatste spoor van geloof
dat je ooit gescheiden geweest bent van God.
Dit zal de drijfveer van je ziel richten
met de juiste intentie.
Omdat je ontvangt waar je om vraagt,
is helderheid van je denken essentieel.
Marc,
de gedachte die je hebt ontvangen
over De Jeshua Brieven is zeer juist.
Laat toe dat dit tot stand komt.
Wees ervan verzekerd dat wij je zullen
begeleiden in elke stap.
De fase van jouw eigen proces
zou de “fase van toelaten” kunnen heten.
Die wordt bereikt als elke poging om je
wereld te maken of te manipuleren
volledig is mislukt.
Falen in jouw wereld
is een zegening van de hoogste orde,
want het markeert het begin
van het einde van illusie.
Aldus hebben we met jou gedeeld
dat het hele scala van waarnemingen
in het bewustzijn van de wereld
lijnrecht tegenover
de Waarheid van het Koninkrijk staat.
Mislukken markeert de overgave van het ego,
en deze mislukking is onvermijdelijk.
Alle waargenomen successen
die voortkomen uit de drijfveer van het ego
zijn tijdelijk:
mislukking is zijn enige zekerheid.
Wees daarom blij
met de erkenning van je falen.
Het geeft het begin aan
van de laatste dagen van je reis
naar de woning van je Heilige Vader.
Hier zullen we eindigen.
Wees altijd gezegend,
want je bent de Zoon van de Vader,
en bent boven alles geliefd.
Amen.
*****
21 november, 1987
De gebeurtenissen van de laatste paar maanden hebben snelle veranderingen gebracht. Veranderingen in relaties, in doelen, veranderingen zelfs in de meest basale waarnemingen. De wereld ziet er op de een of andere manier anders uit, hoewel ik het verschil niet kan beschrijven. Hoewel ik meestal probeer om op mijn oude manier verder te leven, zijn de contacten met Jeshua duidelijk de fundamenten van mijn leven aan het verschuiven. Als het fundament verandert moet al het andere dat ook doen.
Als ik maar alleen kon zijn, als ik maar een poosje niet afgeleid zou worden, misschien zou ik er dan meer van gaan begrijpen. Misschien zou wat er aan het gebeuren is zich sneller kunnen voltrekken. Ik stel me een nieuwe woonplek voor, een rustig, vredig appartement waar het innerlijke werk wat ik moet doen gemakkelijker zou gaan. Ik kies vandaag voor mezelf. Geen werk, geen klussen, geen boodschappen, alleen maar… ik weet het niet!
Ik begin te rijden zonder duidelijk doel. Vreemd, want autorijden – zelfs naar de winkel op de hoek – staat niet hoog op mijn lijstje van dingen die ik graag doe. Ik voel, hier naar links, oké, daar gaan we, Marc, rechtdoor een poosje? Waarom niet? Nee, nog eens naar links, en nu komt die bekende shift en ik weet dat Jeshua er is. Als hij tegen mij spreekt en voorstelt om naar de bergen te gaan, zie ik een beeld van een waterval. Ik vind het wel grappig. Ik sta bumper aan bumper in het verkeer terwijl ik luister naar een volledig onzichtbaar ‘iemand’ en ik kies ervoor om zijn suggestie te volgen! Denk niet dat ik dit voorlopig aan iemand zal vertellen.
Ervan uit gaande dat elke waterval voldoet, rijd ik naar Spray Falls. Het is een rit van ongeveer een uur door wereldberoemde steden als Buckley en Wilkerson, de ‘Poort naar Mt. Rainier.’ Het is een plek van kracht en transformatie voor mij, een plek van zachte schoonheid. In deze tijd van het jaar zou het niet te druk moeten zijn bij Mowich Lake, waar het pad begint.
Eenmaal op de houthakkersweg rijd ik verder de berg op, heen en weer slingerend om de kuilen te ontwijken. Plotseling is er een wegversperring! Er moet al vroege sneeuw gevallen zijn bij het meer. Het is nog een paar mijl verder en de vermaledijde weg is afgesloten!
“Ik wist het wel!” Ik schreeuw naar de grijzer wordende lucht. “Ik wist dat het fantasie was! Marc, waar ben je mee bezig? Het begint te sneeuwen, je bent vergeten te tanken, en hier ben je nu, bezig hersenschimmen na te jagen!”
Zuchtend denk ik bij mezelf: “Dan maar een wandeling.” Ik spring over de versperring en begin de weg te volgen, zachte sneeuwvlokken vallen uit een windstille hemel, ik voel ze op mijn wangen en neus. Ik ben niet meer dan vijftien meter ver als ik een zwak geluid hoor. Ik ga verder in die richting, het wordt luider. Het is het geluid van ruisend water. Het is het geluid van een waterval!
Een ogenblik in verlegenheid gebracht door mijn gebrek aan vertrouwen klauter ik snel de beboste heuvel op, en als de grond wat afvlakt begin ik opwinding te voelen. Ik zie torenhoge, oeroude evergreen- en cederbomen die verdwijnen in het wit van de vallende sneeuw. Ze zijn zo mooi, en ze spreken van macht en wijsheid in hun majesteit.
Nu ben ik er. Een vriendelijke waterval die over glinsterende rotsen valt en overgaat in een beekje dat door zachte bosgrond kronkelt, bedekt met het fluweel van levendig groene mossen.
Ik zit op mijn hurken. Mijn ogen vallen op een kleine, tere, met sneeuw bedekte bloem, waarvan de bloemblaadjes nauwelijks te onderscheiden zijn van het pure wit van de sneeuwvlokken die erop rusten.
Er komt een gevoel op. Het welt op uit een plaats diep van binnen, en wordt dan omgezet in woorden die niet worden uitgesproken voor menselijke oren, die maar al te vaak niet kunnen horen, maar voor het Leven dat de Waarheid van het gesprokene al kent:
Wij zijn Eén.
Ik geef jou mijn vrede.
Niet zoals de wereld geeft, geef ik aan jou.
Een vreugde begint van me uit te stralen als stromen van energie. Het stroomt uit mijn vingertoppen en via mijn voeten naar de aarde. Staande richt ik mijn blik naar de hemel en roep: “Ik en Mijn Vader zijn Eén!”
Ik draai en wervel, en lach hardop. Ik omarm bomen, mos en bloem en open mijn mond voor de vallende sneeuw. Ik raak aan heilige intimiteit.
Na enige tijd, hoewel ik geen idee heb hoe lang, is het alsof de bomen zeggen: “Nu is het tijd om weg te gaan.” Ik wandel het bos uit, ga terug naar mijn truck, en begin van de berg af te rijden.
Het wordt met de grootste helderheid gezegd, het galmt door me heen van mijn oren tot mijn tenen, zodat ik opzij kijk, verwachtend dat Hij op de passagiersstoel zit, terwijl ik met mijn voet op de rem trap en tot stilstand kom.
“Jouw appartement wacht op je.”
Net zo plotseling laat dat merkwaardige gevoel mijn cellen los; een vloeibaar licht dat zich terugtrekt als een golf van de kust. Ik ben weer alleen, zittend in mijn truck op deze houthakkersweg. De weg die voor me ligt, kronkelt naar beneden en leidt me terug naar de wereld, de wereld die zo echt lijkt, maar – als ik nadenk over wat Jeshua me leert – is er wel iets echt?
Het conflict komt in mij op als mijn geest even met zichzelf in gevecht is, maar lost op als een geheel nieuwe gedachte opkomt: misschien leidt deze weg niet terug naar de wereld, maar er doorheen. Waarheen?
Mijn voet gaat langzaam van de rem naar het gaspedaal.
*****
Met de extatische ervaring van zojuist nog vers in het geheugen, kies ik ervoor te vertrouwen op de uitspraak over mijn appartement, en ernaar te handelen.
“Hallo Kendra.” We omarmen elkaar bij de deur, ik doe mijn jas uit, en we gaan in de keuken zitten.
“Hallo vreemdeling, waar heb je gezeten?” vraagt ze, terwijl we gaan zitten.
Met iemand anders zou ik mijn ervaring in de bergen misschien niet delen. God zij dank voor dit geweldige menselijke wezen, dat alles over mij weet en toch van mij houdt! Ik vertel haar alles wat er gebeurd is, vooral over het appartement dat op mij wacht.
“Nou, wat denk je dat het betekent?” vraagt ze, maar haar glimlach zegt iets anders: “Kies, Marc. Of je gelooft het of je gelooft het niet.”
Ik weet op dat moment dat mijn vriendin me aanspoort, me helpt, me steunt. Leraren zijn overal om ons heen, constant.
“Ik denk dat het niets betekent, behalve als ik er iets mee doe. Dus laten we het uittesten. Waar is de krant? Als het appartement beschikbaar is, vind ik het daar.” Maar ik ben zenuwachtig. Wat als het er niet is?
Kendra brengt me de krant, en is bezig in de keuken, terwijl ik advertenties aanstreep en begin te bellen naar elke beschrijving die ook maar enigszins aantrekkelijk klinkt. Na een aantal telefoontjes begint de depressie toe te slaan, of – op z’n minst – mijn oude vertrouwde twijfel. Ik heb de krant verschillende keren doorgespit, heel systematisch. Het gebeurt gewoon niet.
Uiteindelijk zie ik een advertentie. Het appartement is dicht bij een speciale buurt waar ik ooit gewoond heb. De huur is veel hoger dan ik me kan veroorloven. “Ik denk dat ik hier maar eens ga kijken.”
Een uur later ben ik terug, een beetje ontmoedigd. Dit was beslist niet de goede plek. Plotseling betrap ik mezelf. Nee, ik ga niet mijn schouders ophalen, concluderen dat ik een levendige fantasie heb, en het allemaal vergeten. Het is gebeurd. Ik hoorde die stem zo duidelijk.
*****
“Kendra, dit is om gek van te worden. Waarom maak ik dit eigenlijk mee?”
“Ze maken het ook nooit gemakkelijk hè?”, zegt ze vriendelijk, doelend op onze onzichtbare gidsen.
“Geef me de krant nog eens!” Ik ruk hem bijna uit haar hand en kijk weer naar de advertenties. Ik blader door de eerste pagina, dan de tweede, dan de derde, tenslotte de vierde. Mijn ogen stoppen, mijn adem stokt. Er staat een kleine advertentie, ingeklemd tussen twee die ik eerder had omcirkeld en gebeld.
Te huur. Groot, met één slaapkamer.
Uitzicht op zee. Beschikbaar per 1 dec.
Ik kan niet geloven dat ik het eerder niet gezien had. Het moet er gestaan hebben.
“Hallo, ik bel over het appartement dat te huur staat.”
“Er is een bezichtiging om 16.00 uur. De dame lijkt er vrij zeker van dat ze het zal nemen, maar als je wilt kijken, kom gerust langs.”
“Ik zal er zijn. Wat is het adres?”
“Marc, je straalt! Wat is er aan de hand?” vraagt Kendra, terwijl ze me mijn jas overhandigt.
“Het is één blok verwijderd van het appartement dat ik had in North End nadat ik terugkwam van college. Hetzelfde uitzicht op Commencement Bay, dezelfde rust en stilte. Mijn favoriete plek om te wonen!”
“Oh, God, ik krijg weer rillingen, Marc! Het is van jou!”
Even neemt mijn rationele kant het weer over. Ik kan hier toch niet zonder meer in meegaan? Wat als het niet doorgaat? Omdat ik dat risico niet helemaal wil lopen, reageer ik nonchalant: “Er is nog iemand die het vóór mij bezichtigt. Als zij het neemt, was het gewoon niet de bedoeling.” Ik heb mezelf tenminste een uitweg gegeven.
Kendra houdt haar hoofd schuin en de blik in haar ogen lijkt te zeggen: “Je weet verdomd goed dat dit het is.” Ze heeft me weer te pakken. Waar zijn goede vrienden voor?
Ik kom er net aan als de vrouw die het appartement heeft bekeken de trap afkomt. “Ik denk erover na, ik bel je morgen,” roept ze tegen de hospita. Als ze me ziet, glimlacht ze en zegt: “Huur het nog maar niet, oké?”
Ik zie het appartement nauwelijks. Ik ga niet eens de slaapkamer of de badkamer in. Ik zie het uitzicht, de lichtjes op het water, de tankers rustend in de kalme haven. Belangrijker nog, ik voel het. Dit is het. Wat dacht je daarvan? Het wachtte op me!
*****
22 november, 1987
Het is 3 uur; 3:22 om precies te zijn. Ik ben, of was, vast in slaap. Terwijl ik onrustig begin te woelen, word ik verder gewekt door een zachte stem die, deze keer, dringender aanvoelt:
Marc, sta op en schrijf.
“Shit” is mijn enige gedachte. Het is 3:30 ’s morgens, en niemand staat op om 3:30 ’s morgens omdat één of andere stem hem dat suggereert.
Marc, sta op en schrijf.
De communicatie zal om deze tijd
heel gemakkelijk gaan.
Oké, oké. Ik ben, met tegenzin, toch al wakker.
“Hmmm,” denk ik bij mezelf terwijl ik met de pen klaar zit, “als het altijd zo gaat moet ik eraan denken mijn bril klaar te leggen.” Volgende keer.
Nu, beginnen we.
Denk niet dat je de stroom van je leven kunt sturen
vanuit het perspectief van je bewuste denkgeest.
Die is niet ontworpen met die capaciteit,
want zijn doel is daar niet te vinden.
Ik wil je vragen om volledig te accepteren
dat de denkgeest niet ontworpen is om regisseur,
maar om dienaar te zijn.
Een dienaar waarvan?
Van de stroom van je leven,
die mysterieuze beweging van het Leven door je heen.
Het is de beweging
die voortkomt
uit de Vader
en dient te worden uitgevoerd
door de Zoon
die deelneemt aan de Verzoening.
Er is geen controle over,
want het concept controle –
zelfs de behoefte eraan –
ontstaat slechts na de verwarring
in de illusie van Afscheiding.
Want waar zou je controle over willen hebben
Behalve over wat je wantrouwt?
Sta hier even bij stil,
en dan gaan we verder.
Ik wil het hebben over
je ervaring gisteren in de bergen
waar je zo van begint te houden.
Ten eerste,
is het niet duidelijk
dat je al voorbij de erkenning bent
dat er maar één Denkgeest is ?
Want woorden die de wereld heeft beoordeeld
als behorend tot Mij alleen
als de enig geborene van de Vader
kwamen uit jou voort zonder gevoel van afscheiding.
Jij was, in feite,
de Denkgeest die deze woorden uitsprak.
Om te verduidelijken:
op dat moment
koos je ervoor om toe te staan
dat het ware erfgoed van je wezen
bewust doorleefd werd,
dat niveau van de Denkgeest
dat heel en compleet is,
“…van één substantie met de Vader.”
Dit niveau is het enige niveau
waarvan gezegd kan worden dat het Werkelijkheid bezit.
Al het andere is illusie,
geboren uit de keuze om te bestaan
in de flinterdunne fantasie van de Afscheiding.
Het is precies deze erkenning
waarnaar de kinderen van God moeten worden geleid.
De Zoon is één Denkgeest.
Hij reageert op de impuls van de Vaders gedachte,
die scheppend is,
en voert deze gedachte uit,
scheppend naar het uitdrukkelijke beeld van de Vader.
Want beeld is de vorm
van de heilige gedachte van de Vader.
Toch wil ik toevoegen
dat wat we hier
de ‘heilige gedachte’ van de Vader noemen
geen beeld is;
het is niets dan de stroom van leven,
de matrix van waaruit
de Zoon de impuls voor Zijn werk haalt.
Die matrix kan omschreven worden als Onvoorwaardelijke Liefde.
Aldus,
wanneer een denkgeest is ontwaakt
tot de waarheid van zijn identiteit,
is zijn scheppende uitvoering altijd liefdevol.
Zijn scheppingen verbeelden wat de Vader is,
en bieden een mogelijkheid voor denkgeesten
die in de slavernij van illusie bestaan
om getuige te zijn van het beeld van wat alleen Werkelijk is.
Wanneer zichtbaar gemaakte Liefde wordt aanschouwd,
kan het worden herkend,
en een beweging naar verlichting wordt gemaakt,
zonder inspanning.
We kunnen zeggen
dat de denkgeest wordt aangeraakt en voor een moment –
hoe vluchtig ook –
het hoogste goed herkent dat voor hem beschikbaar is.
Om deze reden
dient elke daad van liefde gekoesterd te worden.
Alle denkgeesten zijn kanalen van liefde,
in de mate dat zij ervoor kiezen om wakker te zijn.
De denkgeesten van de mensheid
zijn bedwelmd met liefde.
Zij verlangen naar liefde
omdat de Waarheid over wie ze zijn,
en wat alleen Werkelijk is,
noodzakelijkerwijs binnenin hen is.
De ontwaakte Zoon
voert slechts de beweging van het Leven uit,
wat Liefde is, die uitgaat van de Vader,
ten behoeve van hen die slapen.
De kinderen van God zijn in waarheid,
aspecten van de eniggeboren Zoon.
Dus,
alle gegeven liefde is eigenliefde,
want,
zoals je begint te herkennen,
zijn wij elk onze broeders hoeder
vanwege de eenvoudige waarheid
dat we onze broeder zijn.
Bekeken vanuit het illusoire perspectief
van Afscheiding,
is dit onbegrijpelijk.
Bekeken vanuit het perspectief
van de Werkelijkheid,
is het de meest voor de hand liggende,
en eenvoudigste,
van feiten.
Je begreep heel juist –
toen je liefde ervoer
in de relatie van een moment
met een besneeuwde bloem –
dat wanneer alle kinderen van God
zichzelf toestaan
een eenvoudige verklaring uit te spreken,
zonder een spoor van weerstand
of zelfbewustzijn,
dan zal de Verzoening voltooid zijn,
op aarde zoals in de hemel.
De verklaring is deze:
“Ik en Mijn Vader zijn Eén”.
Nou, Marc,
ga maar weer slapen.
Maar weet dat de dag snel zal komen
dat er geen slaap meer is in de denkgeest
van de eniggeboren Zoon,
als hij op jouw geliefde aarde
de enige gedachte van de Heilige Vader uitvoert.
Weet ook,
dat jij de geliefde Zoon bent,
“in wie Ik welbehagen heb”.
Je bent altijd gezegend.
Je hoeft alleen maar je armen uit te strekken
met de palmen open en opgeheven,
en de overvloed van de tafel van de Vader
zal je geschonken worden.
Het is eenvoudigweg toestaan
dat die erkenning wordt gemanifesteerd.
Wees gezegend.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!