Hoofdstuk 4

Er is niets,

absoluut niets,

dat je kunt creëren

dat niet een uitdrukking is

van je verlangen om te ontwaken.

9 december, 1987

 

Dus hier ben ik. Ik ben in mijn appartement getrokken. Het is precies goed. Zelfs vanuit de keuken kan ik over de daken uitkijken op Commencement Bay, zonder dat ik de afwas hoef te onderbreken!

De afgelopen week heb ik ervan genoten ’s avonds thuis te komen en te zitten in de enige stoel die ik heb, hier bij het raam van de eetkamer, met uitzicht op de haven. Dit weekend ga ik een heel oude en versleten bank en stoel ophalen, van het antieke soort met grote, dikke armleuningen, en hoge, ronde rugleuningen, en met de hand gesneden houten poten. Nu ik aan deze eenvoud begin te wennen, zal het hier bijna volgepropt lijken.

Zachtjes heen en weer schommelend, de stilte in me opnemend, merk ik nauwelijks dat het begint te schemeren en het licht wegsijpelt in de nacht, waardoor de grenzen tussen water en sleepboot, tussen aarde en hemel vervagen.

Ja, ik voel de vibratie beginnen. Ik schrik er niet meer van, want ik weet dat het alleen maar zal aanhouden tot ik het herken, zoals iemand op je deur klopt, eerst zachtjes, dan luider en luider tot er wordt opengedaan. Ik geef de voorkeur aan zachtheid, dus ik pak achteloos pen en papier van het nabije buffet en ga terug naar mijn schommelstoel.

Nu beginnen we.

 

Hallo Marc.

 

“Hallo Jeshua!”

 

Dankjewel dat je Mij toestaat

dit gesprek met je te voeren.

Ik wil eerst mijn gevoelens met je delen

over je levenssituatie nu.

Ik denk dat je weet wat ik hiermee bedoel.

 

“Nou, als ik het niet weet, zal het zeker duidelijk worden gemaakt!”

 

Ja, dat zal het.

Je twijfel over de geldigheid

van je ervaring met Mij,

geeft slechts duidelijk de mate aan

waarin je nog steeds in de greep bent

van je geloof in Afscheiding.

Want twijfelen aan dit communicatieproces

is het ontkennen van je eigen ervaringswerkelijkheid of –

om het ronduit te zeggen –

het ontkennen van je eigen bestaan.

Want een deel ontkennen, is het geheel ontkennen.

De betekenis hiervan is van het grootste belang.

 

“Waarom?”

 

Simpelweg omdat het ontkenning

van je eigen Zoonschap inhoudt.

Begrijp je dat?

Verlichting is beangstigend vanuit waar jij bent,

omdat je inziet dat er geen sprake is van

‘gedeeltelijk’ verlicht zijn.

Je leeft of in duisternis of in licht.

Elk ander perspectief

komt slechts voort uit het verlangen van het ego

om je huidige vorm van bestaan te valideren

die –

vanuit mijn perspectief –

slechts niet-bestaan is,

want de waarde ervan wordt

gereduceerd tot vrijwel niets,

wanneer afgezet tegen de waarde

van leven als de Zoon.

 

“Ik kom te vuur en te zwaard.”

Deze woorden heb ik inderdaad uitgesproken,

om te benadrukken dat mijn doel was,

en is,

om het menselijk bewustzijn los te houwen

uit zijn dwaze verliefdheid op illusie.

Zoals je weet,

heeft het symbool vuur altijd transformatie uitgedrukt.

Het verbranden van materie

schept ruimte voor het nieuwe.

Het zwaard splijt wat het treft.

Het scheidt een geheel in delen,

en stopt doeltreffend wie dan ook wordt geraakt.

 

“Jeshua, soms – zelfs nu, terwijl ik deze woorden haastig opschrijf – voel ik hier angst bij. Waarom?”

 

Dat is een goede vraag, Marc.

Waarom ben je er bang voor?

Ik heb de strekking van het antwoord laten doorschemeren,

maar je weet heel goed dat jij het bent

die deze situatie moet verhelpen.

 

De ultieme verantwoordelijke daad

is om werkelijk te reageren op je oorspronkelijke creatieve handeling –

afscheiding van de Heilige Vader –

en deze te herstellen.

Ik heb eerder met je gedeeld dat dit

wordt bereikt door toe te staan.

Nu, als het toestaan is

dat de Zoon naar de Vader terugbrengt,

moet het dan niet alleen maar weerstand zijn

dat het geloof in afscheiding in stand houdt?

 

“Op een of andere manier, voelt dat heel waar.”

 

Zo moet het zijn.

 

Marc,

je hebt jezelf naar deze plek gebracht

als reactie op de vermeende beperkingen

die je van buitenaf opgelegd worden.

Toch erken je volledig

dat er niets buiten je is

met de macht om je te beperken

zonder jouw toestemming ervoor.

 

De enige vraag hier is:

hoe zul jij reageren op wat je gecreëerd hebt?

 

Ik laat je dit weten: er is niets,

absoluut niets,

dat je kunt creëren

dat niet de uitdrukking is

van je verlangen om te ontwaken.

Noch kan er ooit een creatie van jou zijn

die niet het juweel in zich draagt

van je verlichting.

 

Toestaan is altijd de sleutel,

Stilte de poort.

 

Mijn aanbod aan jou vanavond

is dat je je het doel van je ziel herinnert

om hier te komen.

 

Je hebt doelbewust

een omgeving van stilte gecreëerd.

Het is allemaal opgezet voor jou,

door jou,

omdat jij weet wat bovenal

belangrijk is.

 

Wil je de sleutel niet gebruiken die je hebt ontdekt,

nu de erkenning er is

dat je in de deuropening staat?

 

“Klop en er zal je worden opengedaan.”

Natuurlijk zal dat gebeuren.

Op de deur kloppen

vanuit de houding van heldere erkenning

van jouw eigen creatie,

is uitdrukking geven

aan de kracht van de intentie

om het Koninkrijk binnen te gaan.

Dit binnengaan is slechts een verandering van positie,

het aannemen van een nieuwe “houding.”

Het is het verschil

tussen Licht en duisternis,

tussen Werkelijkheid en illusie, tussen – zullen we zeggen –

Zijn en niet-zijn.

 

Je zult me nooit horen instemmen

met je volharding in de illusie

alleen om je ego te sussen.

Dat zou jou een zeer slechte dienst bewijzen.

 

Ik ga nu,

toch blijf ik altijd.

Ik ben,

maar ik ben alleen maar jou.

In stilte,

ben je gekomen om Mij te horen.

In stilte,

zul je Mij leren kennen.

Luister goed,

want Ik ben je eigen hoogste zelf.

Ik ben het Zelf van alle mensen.

Ik ben de Christus,

de enig geborene van de Vader,

en dat is wie jij bent, altijd.

 

Onthoud, laat toe.

 

Zegeningen voor jou.

 

Amen

*****

 

17 december 1987

 

Het is zo’n dag geweest. Druk, te druk! Zo’n “ik-ben-vergeten-te-lunchen-en-wie-heeft-daar-überhaupt-tijd-voor?” dag. Ik baan me een weg door het verkeer aan het eind van de middag, rijd snel door een stoplicht dat net op rood springt en schiet dan de oprit van de bank in die op het punt staat te sluiten. Ik glimlach smekend naar de loketbediende die even pauzeert – het rolgordijn al vastheeft – en dan teruglacht en het metalen bakje naar mij toe schuift.

 

Terug op de weg, ben ik al halverwege thuis – nog steeds door het verkeer slingerend – voor ik me realiseer dat het oké is om nu rustiger aan te doen. Ik merk dat mijn ademhaling kort en snel is, ontspan bewust mijn buik en borst, en concentreer me erop mijn adem op natuurlijke wijze een dieper, vloeiender ritme te laten vinden. Mijn voet laat het gaspedaal een beetje los en ik word me bewust van mijn omgeving: de oude man die langzaam over het trottoir loopt, gevallen bladeren op straat die zachtjes dansen in de bries, een paar zeilboten in de haven.

 

Deze keer is er geen aankondiging van zijn aanwezigheid, tenzij ik te opgefokt was om het te merken.

 

Marc, pak je bijbel, en lees Mattheus 7:5-8.

 

Ik schrik ervan en kijk om me heen; ik reageer op deze suggestie alsof ik bang ben dat iemand het gemerkt heeft. Tegelijk met de woorden komt er een beeld op van mijn Bijbel die open op een tafel ligt. Alle woorden op de opengeslagen bladzijden zijn rood, wat aangeeft dat deze woorden aan Jezus worden toegeschreven.

 

‘Juist,’ denk ik bij mezelf. ‘Waar komt dat nu weer vandaan?’ Ik voel de bekende emoties:  weerstand en subtiele angst. Ik wil hier echt niets mee te maken hebben. Kan ik niet gewoon naar huis gaan en televisie kijken, of iets anders alledaags en normaals? Ik heb geen televisie. Misschien is het nu een goed moment om er een te kopen.

 

“Zelfs als ik mijn bijbel open, zullen de verzen waarschijnlijk allemaal in het zwart zijn. Ha!”

 

Eenmaal thuis houd ik me onmiddellijk bezig met heel belangrijke dingen, zoals mijn kasboek bijwerken, stof afnemen (waarschijnlijk de eerste keer dat stof afnemen ooit een prioriteit is geweest), en zelfs stofzuigen.

 

Nadat ik al die ‘essentiële’ klusjes heb gedaan, ontspan ik me en begin ik enkele rustige, vloeiende yogahoudingen uit te voeren, genietend van het gevoel dat mijn lichaam beweegt en zich uitstrekt, terwijl ik diep en gelijkmatig ademhaal, en geniet als de stress en de vermoeidheid van de dag lijken op te lossen.

 

Ik ben erin geslaagd Jeshua’s suggestie te vergeten. Dan valt mijn blik op mijn Bijbel, bedekt met stof, half begraven in het halfduister onder boeken en papieren op de onderste plank van mijn boekenkast. Als ik niet met mijn gezicht op de vloer had gelegen, zou ik hem helemaal niet hebben kunnen zien.

 

“Verdomme. Daar gaan we weer.” Dat vertrouwde gevoel is er weer. Ik pak mijn bijbel uit zijn graf – wanneer heb ik dat ding voor het laatst opengeslagen? – en blader er aarzelend doorheen tot ik Mattheüs, hoofdstuk 7, verzen 5-8 vind en lees:

 

“Gij geveinsde! werp eerst den balk uit uw oog, en dan zult gij bezien, om den splinter uit uws broeders oog uit te doen.

 

Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uw paarlen voor de zwijnen; opdat zij niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en zich omkerende, u verscheuren.

 

Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden.

 

Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.”

 

Beide pagina’s, elk woord van elk vers, zijn rood gedrukt. Dan, zijn bekende stem:

 

Nu, beginnen we

 

Marc, deze vier verzen moeten samen gelezen worden;

ze zijn van groot belang voor het

ontwakend bewustzijn.

Ben je je bewust van wat de balk is?

 

*****

 

Als ik erover nadenk, zie ik eerst een balk, of iets heel stevigs dat vastzit in iemands oog en zijn zicht belemmert. Maar het beeld voelt niet helemaal goed. Dan verschuift het beeld en zie ik een straal vanuit de ogen naar een andere figuur gaan. De straal is veelkleurig. Het voelt alsof ik iets heb begrepen.

 

“Het is het zien van de andere persoon. Het is, hmmm…” Ik zoek naar woorden.

 

Het is oordeel, Marc.

Het is het oordeel dat eerst uitgedreven moet worden,

want het is je enige tekortkoming.

Zo zal je gedrag tegenover je broeder

onvermijdelijk een poging zijn om hem te redden

op basis van jouw egocentrische opvattingen.

 

Echter,

alleen Liefde kan wezenlijke verandering teweegbrengen.

Er kan geen Liefde bestaan

waar al oordeel is,

want oordeel is de ontkenning van liefhebben.

Vers zes wordt bijna altijd gezien

door de ogen van het oordeel.

“Honden” en “zwijnen” worden afgeschilderd als minderwaardig.

Dit is niet zo.

Zij vertegenwoordigen het niet-ontwaakte bewustzijn.

Zij ‘vertrappen’ wijsheid vanuit hun onschuldige onwetendheid,

en ‘verscheuren’ je met alles wat ze weten:

ego’s gebruiken andere ego’s.

Het is alles wat ze weten.

 

Het is nooit jouw verantwoordelijkheid

om je wijsheid naar de slapenden te brengen,

maar om de sleutels van verzen zeven en acht te volgen:

geef wanneer er om gevraagd wordt,

want zonder te vragen,

is er geen plaats waar wijsheid kan worden ontvangen.

 

Voordat je je broeder helpt,

“Vraag, en het zal je gegeven worden”

welke stappen je moet volgen.

Argumenteer niet met wat je hoort,

want het is de stem van de Vader

gegeven door de Heilige Geest

die je hoort.

Jij kunt niet weten wat je broeder nodig heeft,

hoewel je oordeel je zal doen geloven

dat je het weet.

Hoe kan dit in jouw leven worden toegepast?

Denk hier eens over na.

 

Wees gezegend.

 

Amen

 

*****

 

18 december 1987

 

Ik heb laat gegeten, en kijk ernaar uit om gewoon in mijn schommelstoel te zitten en over de haven uit te kijken naar de boten, te zien hoe de laatste sporen van de schemering plaats maken voor de nacht, en te nippen aan een kop warme chocolademelk alsof dat de enige ervaring is die je in dit heelal kunt hebben. Vanavond dus niet.

 

Hallo, Marc.

 

Ik wacht even en geniet van het gevoel dat Zijn aanwezigheid met zich meebrengt. Een sublieme vrede.

 

Het is ietwat moeilijk om te schrijven met je ogen dicht.

 

Met tegenzin open ik ze, even bang dat de verbinding verbroken zal worden. Dat is niet zo.

 

Nu, beginnen we.

 

Hoeveel afstanden zijn er overbrugd?

Welke paden zijn bewandeld?

Hoeveel levens in een oogwenk?

 

Want voorwaar, ik zeg je,

wanneer de ziel voor het eerst ontwaakt uit haar lange sluimering,

komt er een beweging op gang die nooit meer kan worden ontkend.

Hierover heb ik met je gesproken.

Het hoeft ons hier niet bezig te houden.

 

Wat ik zal bespreken komt nu tot ons

als een afspiegeling van de huidige tijd,

en de tijd die nog zal komen,

binnenkort, in jouw beleving van de voortgang van gebeurtenissen.

Want weet dit:

de toekomst is een tendens die op huidige keuzes rust.

Niet van dingen die je gelooft of ziet,

maar op het gevoel

dat je laat doordringen in je hart.

 

Luister goed:

de vrede die alle begrip te boven gaat

zal zich onvermijdelijk openbaren

als zichtbare vrede op aarde.

Het streven naar vrede,

alhoewel gezien als nobel

door de ogen van jouw wereld,

leidt nergens toe als er niet eerst vrede is

in het hart van hem die handelt.

 

En daarom,

“Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn Gerechtigheid,

en al deze dingen zullen u worden toegeworpen.”

De wereld heeft deze woorden niet gehoord,

Uitgesproken door mij tot de wereld,

maar door mij gehoord uit de mond van een Leraar die wij allemaal kennen.

Je weet over wie ik het heb.

 

Lieve vriend,

de tendens waar we het over hebben

is dat wat bekend staat als opschudding,

is dat wat bekend staat als krachtsinspanning,

want kort is de tijd

dat de aarde niet langer zal wachten

op het ontwaken van de zoon des mensen.

 

Zij wier hart zich roert, en die de grenzen

van sociale middelmatigheid beginnen te overstijgen

luisteren nog steeds niet diep genoeg.

Want de weg is gemakkelijk,

en de last is licht.

 

Verlang het Koninkrijk boven alles.

Dan,

laat de erkenning toe

dat jij het Koninkrijk bent

dat wordt herinnerd.

En daarbij,

rust in de vrede

die voor altijd alle begrip te boven gaat.

Hierin ligt het hart van alle evangeliën.

 

En welk begrip wordt te boven gegaan,

behalve dat van de wereld?

 

Vertrouw niet op hen die dag zien in het duister van de nacht.

Want wat zij zeggen dat iets is,

is het niet.

En wat het wel is,

weten zij niet.

Noch vragen zij,

want de vraag is nog niet in hen geboren.

 

Luister niet naar hen die spreken,

en toch niet weten wat ze zeggen.

Hoor alleen de stem van de Vader,

die tot je spreekt door de Trooster.

Hij wordt alleen gehoord als je rust.

Hij wordt alleen gehoord als jij stil bent.

 

Is de Weg nog niet duidelijk?

Verlangen, toelaten, rust.

Want in stilte is volmaakte rust,

en hier klinkt het altijd-zo-zachte geluid

van de stem van de Trooster

als klanken uit een kristallen glas.

Daar is zekerheid,

en daar alleen.

 

Geliefde broeder,

we komen omdat we van je houden.

Je bent alles wat de Vader je geschapen heeft te zijn.

Eén gedachte, compleet.

Daarom,

wees dat wat je bent,

en jij bent het Licht van de wereld.

 

Welke waarde heeft je lijden gehad?

Niets anders dan een ervaring van een ogenblik,

een plotselinge fantasie.

Het heeft je niet gevoed,

behalve met de illusie van voeding.

 

Lijden is niets anders dan het verdragen van Afscheiding;

het omarmen van iemands enige gedachte.

Het is tijd om je fixatie los te laten.

Door dit te doen,

en dit beloof ik je,

Ik – die de enig-geborene van de Vader ben –

zal die gedachte oplossen in de schittering

van een niet te bevatten Licht:

het Licht dat jij bent.

En het zal zijn alsof de gedachte er nooit geweest is.

 

Hierin ligt de betekenis van woorden

vaak gelezen,

maar zelden begrepen:

“Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven,

en niemand komt tot de Vader

dan door Mij.”

Zij die Mijn visie willen delen

hebben maar één plicht:

te kiezen,

helemaal,

te rusten in de Vrede die ze al zijn.

Niet hunkerend naar de wereld,

maar boven alles alleen het Koninkrijk

van de gezegende Vader plaatsend,

God dienend, niet door te handelen,

maar door de aanwezigheid van het Koninkrijk lief te hebben

boven ingebeelde fantasieën,

of dat wat de wereld is.

 

“Want als iemand de wereld liefheeft,

is de liefde voor de Vader niet in hem.”

Hoe velen durven deze eenvoudige waarheid te aanvaarden?

Het is de sleutel,

vrijelijk gegeven aan iedereen die door

het oog van de naald wil gaan.

 

Ik houd van jou.

Kan ik iets anders doen dan liefhebben wat IK BEN?

Voor wie het niet ziet,

de gloed van jouw glorie straalt vóór Mij.

Ik zie niets dan Mijzelf,

de Zoon van God.

 

Kijk met deze ogen, en deze alleen.

Hierin ligt de redding van de wereld.

Zegeningen, Marc.

Liefste, de tijd is nabij.

Ga,

in liefde,

en vrees niet.

 

Amen.

 

*****

 

20 december 1987

 

Nu, beginnen we

 

Marc, ik wil je vragen om nog eens je Bijbel te openen,

en wij zullen je naar de woorden leiden

die je op dit moment het meest nodig hebt.

 

Ik loop naar de boekenkast, pak mijn Bijbel (God, twee keer in een paar dagen; mijn moeder zou geschokt zijn!) en ga zitten.

 

“Nou,” denk ik bij mezelf, “wat moet ik deze keer in vredesnaam lezen?” Nee, dat is niet de juiste houding, laat de verwachtingen gewoon varen. Snel word ik stil. Dan:

 

Ga naar Marcus 4:9 en begin te lezen.

 

Alles is weer rood. Houden deze ‘toevalligheden’ dan nooit op? Kan er nou niet ergens iets fout gaan? Ik bedoel, nu ik begin te beseffen dat hier echt iets gaande is, en als ik geen manier kan vinden om het weg te redeneren, dan zal ik er iets mee moeten. Waarom bezorgt me dat altijd koude rillingen van angst?

 

“En Hij zeide tot hen: Wie oren heeft om te horen, die hore.

Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid van het Koninkrijk Gods…”

 

Ik voel een plotselinge opleving, als een golf van energie die langs mijn ruggengraat omhoog springt.

 

Marc,

onthoud deze woorden altijd,

en twijfel aan je reis zal je niet overweldigen.

En ga nu naar Johannes 5:10.

 

Ik begin een verhaal te lezen over hoe Jezus een man genas op de Joodse sabbat, en hoe de Joden hem wilden doden niet alleen omdat hij een wet had overtreden, maar ook omdat hij aanspraak had gemaakt op gelijkheid met God.

 

Ik lees verder tot ik bij vers 23 kom.

 

“Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij den Vader eren. Die den Zoon niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft.”

 

Ik vraag nadrukkelijk om aandacht

nu ik spreek over deze les.

Want zij die hun tempels bouwen

en daarin binnengaan,

met alleen een smeekbede

tot een beeld van Mij

gevormd in de gedachten van de mens,

en daarbij denken dat zij “de Zoon eren”,

moge het duidelijk zijn dat zij Hem niet eren.

 

De Zoon is één,

zonder een tweede.

Wat betekent dit?

 

Ik ben niet de Zoon,

en jij een ‘tweede’ die gered moet worden.

Ik sta niet boven jou.

Ik ben de Zoon,

zoals jij dat ook bent.

Want de Zoon woont in ieders hart,

in dit of een ander universum.

Oneindig,

zonder grens.

Hoe,

kun je Mij dan eren

zonder de Zoon te eren

in jezelf,

de Zoon die jij bent?

 

Er is een grote waarheid

gegeven door de zieners uit het Oosten,

die jij kent als ‘Brahman-Atman’.

Het betekent simpelweg dat de geest

die in een mensenhart woont –

de geest die hij is,

vóór de vereenzelviging met illusies –

de enige geest is die in alle leven woont:

Brahman, of God de Vader.

 

Daarom,

moet eerst de Zoon geëerd worden

die in je eigen hart woont.

Alleen daardoor

is het mogelijk Mij te eren.

Alleen op deze manier is

Mij eren Hem eren die Mij gezonden heeft,

evenals Hij jullie heeft gezonden –

ieder van jullie –

om de volheid tot uitdrukking te brengen

van de Liefde die Hij is.

 

En als de Zoon niet in alle dingen zou wonen,

zou ik je niet gezegd hebben:

“Splijt een stuk hout, ik ben daar.

Til een steen op en je zult mij vinden.”

 

Kijken in het hart van alle dingen

is het aanschouwen van de luister

van de Zoon.

Hierin wordt het mysterie van het Koninkrijk gekend.

Zie, Ik ben altijd bij je,

want wij zijn slechts Eén,

de eniggeboren Zoon.

 

Dit is genoeg voor vandaag.

Ik ben blij dat je bezig bent

je weerstand tegen Mij op te geven.

Daardoor zal er een vrede groeien

die je je slechts vaag hebt voorgesteld,

en je voorstelling

is slechts een schaduw van de herinnering

aan dat Licht,

waaruit je bent voortgekomen.

 

De Verloren Zoon is iedere ziel,

de Zoon gehuld in zijn keuze

te vergeten wie hij is,

om een droom te dromen die zich

voltrekt in niet meer dan een ogenblik.

 

Zo is ook,

ontwaken uit de Droom

geen grotere inspanning

dan het openen van je ogen.

 

Laat de ogen van de Zoon,

die aan iedereen gegeven zijn,

nu open zijn.

 

Amen

 

*****

 

22 december 1987

 

Nu, beginnen we.

 

Hier zal ik met je spreken

over de glorie

die op de aarde zal komen.

Want zoals het geschreven staat

zo zal het zijn.

 

En in die dagen

zal er uit de hemelen een klank voortkomen,

een klank onbekend aan sterfelijke oren,

maar een klank onmiddellijk herkend

in de ziel van de mens.

Het is de klank van de stem van de Trooster,

die het einde van de wereld aankondigt,

doch niet van de aarde,

noch van ruimte en tijd.

Want het einde van de wereld

is niet het einde van de schepping,

maar de vervulling ervan.

 

Hier zal elk hart getuige zijn van

het ontwaken van de Ene Zoon,

die de duisternis van Afscheiding verdrijft.

 

Dit zeg ik je:

het zal geschieden in de tijdspanne

van jouw laatste leven,

dat nu nog

op jouw geliefde aarde is.

Er zal ‘geween en tandengeknars’ zijn.

Niet allen wensen de terugkeer van het Licht.

Niet allen wensen het ontwaken van de Zoon.

Deze zullen zwoegen,

maar liefdevol worden vastgehouden in de omhelzing van de Vader

die is als een wijze ouder,

en wacht op het einde van de droom van Zijn kind,

ervoor zorgend het niet te verstoren.

Zulk is de kwaliteit van onvoorwaardelijke liefde.

 

Het licht dat komt, wordt op de aarde niet gezien.

Want de ogen van de mens zullen het aanschouwen

overal vandaan.

De slapenden zullen gewekt worden voordat de ogen open zijn,

en zij die druk bezig zijn zullen tot rust worden gebracht,

want eerst zal het in de ziel herkend worden.

 

Haast je dan naar het platteland,

want de aarde zal beven

als het Licht daagt in de menselijke blik.

Verheug je,

en wees buitengewoon opgewekt,

want de Dag des Heren zal nabij zijn.

Want de ‘Dag des Heren’

is het ontwaken van de Zoon

in de ziel van al diegenen

die naarstig zoeken naar het Koninkrijk

van de Heilige Vader.

Zij die het niet zoeken

zullen het niet vinden.

 

Marc,

Ik geef je een blijde boodschap.

Wat ik uitspreek is profetie.

Deel het.

Want is het niet de taak van de boodschapper

om zijn boodschap te delen?

 

Alles wat je bent heb je zelf gekozen:

waarlijk,

een boodschapper van het hart.

Vrees de meningen van anderen niet,

want met dit delen begint hun verlichting,

of wordt verdiept.

 

Leef de waarheid die je kent,

en je zult de vrijheid kennen die je zoekt.

Wacht op niemand.

 

Is het niet tijd om dat laatste bevende spoor

van je droom over te geven?

Wil je een druppel water vasthouden

terwijl de onmetelijke oceaan om je heen ligt?

Kom met Mij mee naar huis, liefste.

Waarachtig,

kom naar huis.

 

Rust nu uit.

Elke dag zal ik bij je langskomen,

want we versnellen ons tempo nu,

en er is nog veel op zijn plaats te zetten.

Wees dat wat de Vader je heeft gegeven.

Want zoals ook Ik,

het nodig had om me over te geven,

zo geldt dat voor iedere ziel op ieder vlak

in elk universum.

 

De keuze is eenvoudig:

Leven, of de illusie voortzetten.

 

Diep is onze liefde voor jullie die lijden,

en toch eisen dat je lijden voortduurt.

Diep is onze liefde voor jullie die ons zoeken,

enkel om ons te ontwijken.

 

Jullie hebben gevraagd,

en wij hebben geantwoord.

 

Het einde van de Droom is zeker.

Knik zachtjes ter bevestiging,

en de wereld zal niet meer zijn,

voor altijd verbrand in de vuurzee van Realiteit:

het Koninkrijk van de Heilige Vader.

 

Kom thuis,

geliefde kinderen,

kom thuis.

 

Amen

 

*****

 

 

Ik kan niet beschrijven wat ik voel. Misschien voel ik niets. Jeshua’s energie is nog nooit zo krachtig, zo direct, zo onverbloemd geweest. Ik voel me alsof ik geen vin kan verroeren, of een gedachte kan denken. Toch besef ik dat een deel van me hier doodsbang voor is.

 

Profetie. Het gaat tegen elke vezel van mijn wezen in. Mijn redelijk verstand kan dit niet aanvaarden, maar ik zie duidelijk dat dit alleen komt omdat het ‘niet redelijk’ is. Op het moment kan ik helemaal niet nadenken.

 

Plotseling voel ik die energieverandering weer:

 

Heel goed, Marc.

Het kan zo makkelijk gaan als je kiest voor

de sleutel van toelaten.

En dit gemak voorspelt de zachtheid

waarmee het Koninkrijk geboren wordt,

terwijl toch in een wereld die het niet wil zien.

 

Mijn missie was geen zware last.

Noch is het een last als de ziel het Koninkrijk toestaat

van binnenuit te schijnen.

Bevrijd jezelf van deze zinloze angst,

want je zult niet met inspanning te werk gaan,

maar alleen de ongelooflijke vreugde ervaren

te worden gedragen in de armen

van de Liefde van de Vader.

 

De weg is licht,

want een ieder die erom vraagt

worden de sleutels van het Koninkrijk gegeven.

Je hebt de sleutels ontvangen,

aanvaard ze nu.

Gebruik ze om de laatste deur te ontsluiten,

want de schat is binnen handbereik.

Blijf je nog langer dralen als je weet

dat het nutteloos is?

 

Kom thuis, reiziger.

Kom thuis, dromer.

 

Ik geef je mijn vrede.

 

Amen

 

*****

 

26 december 1987

Goedenavond, Marc

 

“Goedenavond, Jeshua. Hoe komt het dat deze communicatie zo kan lopen, zo…”

 

Ik zou willen voorstellen dat je dit opschrijft, alsjeblieft.

 

“Oké”

 

Nu, beginnen we.

 

Geliefde broeder,

begrijp je het nog steeds niet,

of is het alleen maar je weerstand tegen het voor de hand liggende

die zulke vragen oproept?

 

“Nou, ja, het is mijn weerstand denk ik.”

 

Ja, dat is het enige.

En wat wil je tegenhouden?

Het Leven zelf dat je altijd hebt gezocht?

 

“Iets in mij deinst terug. Ik denk dat ik er bang voor ben.”

 

Wat ik vanavond met je zal delen

zal een einde maken aan je weerstand

als je maar een klein beetje

overdenkt wat er gezegd wordt.

 

Ten eerste,

het Leven is gemakkelijk te begrijpen.

Het is het vreugdevol stromen van de schepping –

de rechtmatige taak van de Zoon –

die voortvloeit uit de voltooide gedachte van de Vader.

Alle werelden bestaan al,

vastgehouden in de Heilige Vader.

Die Gedachte is wat jij bent.

Het is de ‘essentiële jij’.

 

“Weest dan volmaakt, het ontbreekt u aan niets.”

Want die volmaaktheid is wat jij bent.

Om dat te zijn vraagt vrijwel geen inspanning.

Voor het ego,

is dit volslagen verwarring.

Het is volkomen onbegrijpelijk dat

er niets te doen is.

Eerder heb ik je de sleutels gegeven

en je zou er goed aan doen

om hierover na te denken.

 

Ik ben deel van jou,

zoals jij deel bent van Mij.

Deze deelname

in de vorm van Zijn

eindigt niet.

We zijn één Hart,

één Geest,

één Ziel.

 

Nogmaals, ik wil simpelweg zeggen:

De Zoon is Eén,

er is geen tweede,

en dat alleen is de waarheid van wat je bent.

Door alle weerstand tegen dit feit los te laten

wordt de vrede gevonden, die zeer zeker,

alle begrip te boven gaat.

 

Want als je ontwaakt uit je droom

tot de Werkelijkheid van wie je bent,

eindigt je enige gedachte – die van Afscheiding – voor altijd:

de Vader en de Zoon worden als Eén geopenbaard.

Ik raad je aan niet te proberen

om je vrede te zoeken in de wereld.

Dat is slechts het in stand houden van een illusie

die onvermijdelijk moet verouderen.

Doe het weg zoals een kind doet met een oud stuk speelgoed.

 

“Maar is dat niet de ontkenning van het leven?”

 

Illusies hebben geen leven.

Je vraag duidt op je weerstand.

Het is je diepgewortelde overtuiging dat de wereld

op de één of andere manier echt moet zijn.

De wereld is de illusie van Afscheiding.

De wereld volhardt hierin,

zoals zij wel moet.

 

De strijd die je ervaart,

de pijn die je vermoeidheid teweeg brengt,

je depressie,

je hopeloosheid,

is niets anders dan het gevolg van je monumentale inspanning

om in de wereld te blijven,

om vast te houden aan haar werkelijkheid,

terwijl je er al aan voorbij bent.

Je weigering om dit te erkennen

is een miskenning van je eigen Zelf,

en is gebaseerd op angst voor het Koninkrijk van de Vader.

“Want mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.”

Laat me dit voor je verhelderen.

Het Koninkrijk bestaat niet ergens anders.

“Want het Koninkrijk der hemelen is verspreid over de aarde,

maar de mens ziet het niet.”

 

Hij kan het Koninkrijk niet zien omdat hij erop staat

de wereld te zien.

Daarom, onderwees ik:

“Gij kunt niet God dienen en de mammon.”

 

Het is eenvoudig onmogelijk om het Koninkrijk binnen te gaan,

en toch in de wereld te blijven.

Zul je verdwijnen?

Mogelijk!

Maar waarschijnlijk niet.

 

Bedenk,

de wereld is alles wat je waarneemt

vanuit het gezichtspunt van Afscheiding.

Stop hiermee,

en alles wat overblijft is het Koninkrijk.

Laat anderen dit niet bagatelliseren:

het Koninkrijk is net zover van de wereld

als het oosten van het westen,

en toch, als je er niet eeuwig in zou wonen,

zou je er niet zijn.

 

Er is maar een klein verschil

tussen verlichting en onwetendheid:

intentie.

Je intentie weerspiegelt je keuze:

of voortdurend geloof

in de illusie van Afscheiding,

of de aanvaarding van Verzoening

met de Heilige Vader.

 

Af en toe raak je aan deze waarheid.

Iedereen doet dat, al is het maar in hun slaap.

Geloof is nooit genoeg.

Want waar er geloof is in God,

is er Afscheiding van alles wat God is.

 

“Dit gaat te ver. Ik moet dit beslist allemaal verzonnen hebben.”

 

Natuurlijk doe je dat.

De ‘jij’ die de enig geborene van de Vader is

verzint het allemaal.

Zoals jij de wereld hebt gemaakt

door je ene gedachte van Afscheiding,

zo, ook,

schep jij de verlossing van de mensheid.

En is de mens niet slechts de verschijningsvorm van de Zoon

die nog steeds gebonden is aan illusie?

 

Marc,

vele jaren geleden in dit leven,

heb je tot Mij gebeden om naar huis geleid te worden.

Je wist,

toen al,

dat je volkomen was verdwaald.

 

Nooit heb ik je verlaten.

Alles wat je hebt gecreëerd heb ik gebruikt

om je reis van slapen naar waken vorm te geven.

Zo is het voor iedereen die vraagt vanuit het hart,

met een duidelijke intentie.

 

Het Koninkrijk kan niet worden begrepen

door de denkgeest van hen

die vasthouden aan de overtuigingen van de wereld.

Alleen als het einde van de wereld wordt toegelaten

kan het Koninkrijk worden binnengegaan.

De deuren zijn zo talrijk als de mensenzonen.

Voor elk en eenieder is er een eigen deur

die naar het Licht leidt.

Dichterbij dan hun eigen adem,

en flinterdun.

 

Onze tijd is goed besteed vanavond.

Ik kijk uit naar de dag dat

je graag komt,

zonder dat ik je om aandacht hoef te vragen.

Die dag is nu niet meer ver weg.

 

Onthoud,

Ik houd van jou,

want Ik houd van Mijzelf.

Daarom,

liefde – zelf-liefde –

is uiteindelijk de enige deur naar het Koninkrijk.

Het is liefde, verloochend op het moment

van die ene gedachte,

van waaruit alle werelden zijn voortgekomen.

 

Ik verlaat je nu,

maar herinner je eraan dat ik bij je ben.

Ik kan nauwelijks ergens anders zijn,

omdat ik ben zoals jij bent:

de Zoon van de Vader,

waarlijk vóór alle werelden geboren.

Alwetend,

alomtegenwoordig.

Is er nog verwondering dat deze uitwisselingen

plaatsvinden?

 

Sta hier bij stil.

 

Amen

 

*****

 

28 december 1987

 

Nu, beginnen we.

 

Weet dat het beeld van Mij,

dat je tijdens je meditatie hebt gezien,

volkomen geldig is.

 

Ik ben nu verschillende keren aan je verschenen –

zeven keer in totaal –

want het is niet met fysieke ogen

dat men de essentie ziet

van wat alleen Werkelijk is.

Zien vereist wat innerlijke visie wordt genoemd.

Dit heb je ontwikkeld

tot een hoge graad.

 

Sta me toe hier één gedachte te delen,

één lering, één les.

Natuurlijk kunnen anderen,

hiervan profiteren,

maar om een les goed te ontvangen,

is de mogelijkheid

van ontvangst nodig.

Echt onderricht, dus,

is een kunst die gevoeligheid voor de

ontvankelijkheid van de student vereist.

 

Dit is de gedachte:

In alle dingen,

zal worden ontdekt

wat van de wereld is,

en wat van het Koninkrijk is.

 

Ze zijn maar op één manier te onderscheiden:

dat wat van de wereld is

vraagt dat je het vanuit je ego waarneemt.

Aantrekkingskracht zal gevoeld worden,

een behoefte, een verlangen.

Hierachter kan een gevoel van

rusteloosheid worden bespeurd.

Wanneer je dat herkent,

laat het varen.

 

Dit is het proces

waardoor de wereld wordt bevrijd.

 

Hierdoor,

wordt automatisch ontdekt

wat het Koninkrijk is: vrede.

Hier,

is het directe weten

dat het je aan niets ontbreekt.

 

Aldus,

wordt de wereld draaiende gehouden

door de keuze voor de kwaliteit van ervaring

die hierboven is beschreven.

Het Koninkrijk wordt geopenbaard

wanneer deze gewoonte wordt opgegeven.

 

Dit is de essentie van de gedachte,

en je kent hem goed:

“Niets werkelijks kan bedreigd worden.

Niets onwerkelijks bestaat.”

 

Beoefen deze les,

en grote verschuivingen zullen zich voordoen.

 

Welnu,

Ik geef je vrede.

Niet zoals de wereld geeft,

geef ik aan je,

want ik ben jouw laatste Leraar.

 

En de student zal zijn als de Leraar,

die het Koninkrijk van de Heilige Vader onderwijst,

die helpt weer een ander te bevrijden

uit de slavernij van zelf-veroorzaakte blindheid.

 

Zo is de Zoon ontwaakt.

Zo wordt de wereld getransformeerd.

Laat het visioen niet los,

want het Koninkrijk zal op aarde worden gekend.

Het zal geschieden

terwijl je nog in dit leven leeft.

 

En dit is het Koninkrijk:

dat de Vader en de Zoon één zijn.

Hierin,

zal de aarde zich verheugen en vrucht dragen

nog niet gezien door de ogen van de mens,

behalve in de verre weerspiegelingen

van een oude herinnering toen de mens in God wandelde,

en het wist.

 

Denk aan wat hier gezegd wordt.

 

Zegeningen voor jou.

 

Amen

 

*****

29 december 1987

 

Diep in mij is er iets gaande. Het is een beroering, een beweging die begint op een plaats zo diep vanbinnen dat het voelt alsof ik een gloednieuwe kamer ontdek in mijn eigen huis. Het is als een huivering, en ik voel dat het wil groeien.

 

Het is heel vreemd allemaal. Het voelt alsof ik niets anders wil dan alleen zijn in dit mooie, serene appartement. Het gevoel is een lokroep, ja, maar het grenst aan dringende noodzaak. Elke dag haast ik me naar huis, om overspoeld te worden door een vloedgolf van uitvluchtgedachten: “Ik moest maar eens naar de film gaan.” “Ik zou een paar biertjes moeten gaan drinken.” “Ik zou al mijn vrienden kunnen bellen.” “Is de was gedaan?” Het gaat maar door en door en door.

 

“Ik ga mediteren. Dat ga ik doen.”

 

Rustig zitten en ritmisch ademen maakt me alleen maar bewuster van de dansende kaleidoscoop in mijn denkgeest. Ik zie dat angst de wortel ervan is. Ik ben bang. God, ik voel me als een kat in het nauw die toch in het nauw gedreven wil worden.

 

Ik doe mijn best om elke gedachte aan De Jeshua Brieven te onderdrukken. Dat maakt me bang, de gedachte aan publicatie. Angst? Het is meer dan dat. Het is doodsangst. De informatie die Jeshua mij geeft gaat recht tegen de Christelijke theologie in, en dat doet me sidderen.

 

Er is de laatste weken zoveel communicatie geweest, adembenemend in hun welsprekendheid, diepzinnig in hun filosofie, indrukwekkend in hun uitwerking. Als ik terugdenk aan Jeshua’s instructies om specifieke Bijbelteksten te lezen, kan ik alleen maar zenuwachtig in mezelf grinniken: “Bijbelstudie ging nooit zo!”

 

Zijn woorden hebben mij beïnvloed op manieren en tot diepten die ik nog niet kan begrijpen, laat staan verwerken. Het was een Kersttijd als geen andere, een Kersttijd waarin ik niet in staat ben geweest te zien zoals ik altijd heb gezien, niet in staat was mee te doen zoals ik altijd heb gedaan, want de verlosser, wiens geboorte we vieren, spreekt nu, vandaag, tot mij, en hij spreekt over een Christus, over een Waarheid, over een geheim, dat als ketterij wordt bestempeld door de Christelijke autoriteiten die Hem liefhebben.

 

Emotie bouwt zich op van binnen, en mijn ogen dwalen rond in dit pretentieloze, schaars gemeubileerde appartement. Is dit waarom ik hier ben gekomen? Is dit wat me naar een plaats en tijd van eenzaamheid heeft gedreven, een afzondering die me roept, en waar ik tegelijkertijd van weg wil rennen?

 

Hoe komt het dat ik me met zo’n wilskracht kan verzetten tegen juist die ervaring die zo moeiteloos lijkt te stromen? Waarom vecht ik tegen de ongelooflijke vrede en zekerheid die ik bij Jeshua ervaar? Wat is het in mij dat, ondanks al mijn ontwijkende spelletjes, mij blijft voortdrijven op deze reis?

 

Ik begin het belang van Jeshua’s boodschap in te zien. Het raakt mijn geest zachtjes, kortstondig, als een zonnestraal die een opening vindt in een wolkenlucht en mij verrast met zijn plotselinge verlichting, maar die alweer verborgen is tegen de tijd dat ik uit het raam kijk, in de hoop het rechtstreekser te zien.

 

Om dat Licht rechtstreeks te zien, onbelemmerd – dat is zeker een onovertroffen doel! Toch zie ik de sluier die haar bedekt niet duidelijk, evenmin weet ik zeker hoe ik de sluier kan verwijderen. Ik word voortgedreven door een onbekende kracht in mij, schijnbaar tegen mezelf in. Of heb ik mijn ware zelf ontkend om me te vereenzelvigen met een zelf dat ik niet ben?

 

*****

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *