Hoofdstuk 8
Als je je droom loslaat –
die compleet waanzinnig is –
zal alleen de Realiteit van wie je bent
overblijven.
16 december 1988
Er zijn de afgelopen maanden perioden geweest waarin ik me heel helder voelde, niet alleen over dit boek, maar ook over Jeshua. Op die momenten kan ik niet anders dan dankbaar zijn; in plaats van te pendelen op overvolle snelwegen, breng ik mijn tijd door in de rust en stilte van mijn huis, terwijl ik het manuscript rond Jeshua’s communicaties vorm laat krijgen.
Maar er zijn ook andere momenten – van angst, van vraagtekens, van twijfel – en dan ben ik ervan overtuigd dat dit beslist waanzin moet zijn. Nou ja, bijna overtuigd.
Altijd, als de tirade van zelfkritiek afzwakt, komt er een rustige stem die tot me spreekt, die ik alleen hoor als ik kies voor innerlijke stilte. Hij is er altijd, en verzekert me dat alles is zoals het moet zijn, en herinnert me eraan dat het mijn taak is om te vertrouwen.
Vorige week, tijdens een van mijn paniekaanvallen over kleinigheden zoals huur betalen en eten kopen, zond ik de gedachte naar het universum dat ik dit gewoon niet kan, dat ik uiteindelijk niet zo goed ben in van kliffen afspringen! Is er niet ergens een leuke, comfortabele baan? Meteen de volgende ochtend ging de telefoon en kreeg ik precies zo’n aanbod! Mijn eerste impuls – uit gewoonte waarschijnlijk – was om snel toe te happen, voordat de reddingslijn zou worden teruggetrokken. Maar iets weerhield me. Ik verzon een smoes dat ik tijd nodig had om erover na te denken.
Ik probeerde de dag te besteden aan wat rommelen in het appartement, maar ik werd rusteloos en heb een lange wandeling gemaakt. Het gebeurt niet vaak in het noordwesten dat december hiervoor zo’n aangename en droge kans biedt. Ik belandde op een bankje bij een verlaten kade langs Ruston Way en keek naar een zeeotter die lui in het water speelde, twintig meter verderop.
Ik voel me gevangen tussen twee werelden, ik weet dat ik niet kan of wil terugkeren naar de oude wereld, terwijl ik de wereld die voor me ligt maar vaag herken. Het is een wereld zonder vertrouwde routekaarten en wegwijzers, en ik aarzel die wereld binnen te gaan. Maar achter mijn innerlijke, intellectuele haarkloverij gaat een gevoel schuil, een gevoel dat ik op de één of andere manier dáár uit zal komen, waar Hij is, waar dat ook is, en ondanks mezelf.
Ik weet nu, na deze anderhalf jaar met Jeshua, heel goed wat er van mij verlangd wordt, als ik écht in wat Hij het ‘Koninkrijk’ noemt wil zijn. Het betekent het opgeven van alle door mij gecultiveerde vertrouwde manieren om met het leven om te gaan, of met wat ik dacht dat het leven was. Of die manieren nu doeltreffend zijn of niet, doet niet ter zake. Het betekent het loslaten van de onbewuste overtuiging dat mijn leven van mij is, in het gangbare beeld dat we allemaal van mij hebben. Gewoontes zijn niet gemakkelijk te doorbreken, of is het zo dat ‘ik’ ze niet kan doorbreken, omdat ‘ik’ in wezen de gewoonte ben?
Terwijl ik naar de zeeotter keek die vlak bij het eind van de kade op zijn gemak rondzwom, begon ik te denken dat die maffe natuurkundigen die aan het allernieuwste van de kwantumtheorie werken misschien dicht bij de waarheid zitten, dichterbij dan ze zich wellicht realiseren. Of zijn het meesters die in vermomming naar ons toe komen om ons aan te sporen onze gedachtenstructuren los te laten, de schaduwen op onze grotmuur? Zij hebben het over een rare werkelijkheid, waarin alle mogelijkheden op de een of andere manier al aanwezig zijn, verborgen in een onzichtbare eeuwigheidsbuidel, wachtend – wachtend op ons om maar één ding te doen: kiezen welke ‘werkelijkheid’ wij willen manifesteren. Wij zijn uiteindelijk degenen die de macht hebben, altijd.
Volgens Jeshua komen die ‘oneindige mogelijkheden’ verpakt in twee pakketten: het ene draagt de naam ‘Koninkrijk’, en het andere ‘Droom’. De Droom bevat een schijnbaar oneindig aantal mogelijkheden: alle werelden en levens vóór ons geleefd, ná ons geleefd en nu als ons geleefd. Al deze werelden zijn gegrondvest op één hoeksteen: Afscheiding, onlosmakelijk verbonden met één fundamentele energie, de energie van angst. Gezamenlijk geloven we daar zo sterk in dat het niet ter discussie staat. We leven gescheiden van elkaar, van de natuur, van God. Omdat we erop staan afgescheiden te zijn, kiezen we zonder aarzelen het pakket met het etiket ‘Droom’, en bevinden we ons onmiddellijk hier, nu, in een wereld waarvan we geloven dat die echt is en onafhankelijk van ons. Of is het niet meer dan een spiegel die niets anders weerspiegelt dan onze keuze?
“Misschien,” dacht ik bij mezelf, “blijft de wereld maar doordraaien met oorlogen en hebzucht en zo, omdat wij volhouden dat het echt is, en dan worstelen om manieren te vinden om ermee om te gaan. Hebben wij onze kracht gegeven aan het pakket met het label ‘Droom’? Hebben we de eigenlijke macht van de Zoon weggegeven aan onze illusies?”
In de Tibetaans boeddhistische metafysica wordt gezegd dat de ziel bij de dood het lichaam verlaat en begint op te stijgen naar het heldere licht van de Dharmakaya, het ‘Lichaam der Waarheid’. Echter, tegenover de overweldigende kracht en schoonheid van dit licht, deinst de ziel – gewend als zij is om zich te vereenzelvigen met een afgescheiden zelf – terug uit angst. Deze terugslag creëert een zwaarte, en de ziel zinkt naar beneden, om uiteindelijk weer in een nieuwe ronde van geboorte en dood in een fysiek lichaam terecht te komen. En dat allemaal omdat de ziel haar eigen wezen verkeerd begrijpt, en vasthoudt aan het afgescheiden zijn!
Misschien worden de pakketten niet maar één keer aangeboden. Misschien worden ze ons elke ochtend aangeboden als we wakker worden, of op elk moment, wat dat betreft. Is het Licht altijd beschikbaar, en de dood die we vrezen niet meer dan een waan van het moment?
Misschien als we allemaal besluiten om opnieuw te kiezen, hier, waar we ook zijn, nu, wat we ook zijn, zal de wereld die we dan manifesteren anders zijn, héél erg anders. Anders omdat we niet zullen proberen onze wereld te creëren, maar de wereld zoals die bedoeld is door een mysterie dat voor altijd buiten ons ligt, maar toch een mysterie dat zich in onze diepste kern bevindt, in het centrum van ons eigen waarachtigste zelf.
De zeeotter was verdwenen onder het oppervlak van de baai, wegzwemmend om andere werelden te verkennen en erin te spelen. Ik wachtte even, in de hoop dat hij weer boven zou komen, draaide me om en liep naar huis.
Terug in mijn appartement staarde ik naar mijn computer, niet bij machte iets te zeggen, onzeker over wat de insteek van dit boek moet zijn. Het ligt nog voor me, ergens in die mist zonder wegwijzers.
Ik heb ‘s avonds televisie gekeken, die grote cultuurgod die ons altijd geruststelt over wat echt is. Uiteindelijk richtte ik de afstandsbediening op het beeld van een nieuwslezer – ze zien er allemaal hetzelfde uit en klinken allemaal hetzelfde, is het niet? – en zap! De wereld verdween!
Het lijkt zo helder, zo eenvoudig! En toch blijft een spoor van iets in mij zich verzetten. Afscheiding, en alles wat daarbij komt kijken – waar is de knop, en hoe moet ik hem indrukken? Hoe verander ik van kanaal? Hoe laat ik definitief en onherroepelijk het pakket met het label ‘Droom’ los? Weet ik zeker dat ik dat wil?
*****
Marc, sta op en schrijf, alsjeblieft.
Ik schrik van de stem, en mijn ogen springen open.
“Ohhh, verdraaid.” Ik til met moeite mijn hoofd op en draai me om om naar de klok te kijken. Het is 22.30 uur, en ik ben erg moe.
“Kunnen we dit niet morgenochtend doen?” vraag ik aan mijn onzichtbare bezoeker, en grinnik dan in mezelf om de nonchalance waarmee dit gesprek plaatsvindt.
Ja.
God, ik hou zo van het gevoel van Zijn aanwezigheid, en denk hoe fijn het zou zijn om me gewoon op Zijn ‘schoot’ op te krullen en voor altijd te slapen.
Om drie uur zullen we je wekken, en gaan we verder.
Drie uur. Ik dacht meer aan negen uur, of zelfs later. Ik voel zijn energie verminderen, en val snel weer in slaap.
Uit een vloed van gedachten en beelden, rijst bewustzijn op. Ik realiseer me dat ik wakker ben.
” Vervloekt, verdomd, dubbel verdoemd!” Ik zak weg in de dekens. Het is hier zo lekker warm, en buiten zo koud! Ik ga dit gewoon negeren. Ik zet alles op alles en lig een tijdje onrustig te woelen.
Plotseling gaan mijn ogen wijd open. Als ik uit mijn ooghoek kijk, zie ik de klok duidelijk. Het is 3:34 uur, en ik moet naar het toilet. Zonder enige waarschuwing, ik moet gewoon naar het toilet, en het kan geen minuut langer wachten.
Vol afschuw sla ik de dekens terug en pak mijn badjas. Op weg naar de badkamer kijk ik omhoog en mopper binnensmonds: “Jongens, jullie schrikken echt nergens voor terug, hè?”
Nu, beginnen we.
Je verliest de strijd, Marc.
Je verliest,
maar verlies is nu niet ons doel.
Binnenkort,
komt er een duidelijk teken naar je toe
van het werk waaraan je deelneemt,
het werk van de verzoening van de Zoon.
Wanneer je duidelijk kiest
voor actieve deelname aan dit werk,
zal er niets zijn
waarin niet zal worden voorzien.
Het is niet nodig om naar je
vroegere dromen terug te keren,
en is deze gedachte
niet de reden voor je schijnbare ellende?
Nu is het tijd
voor je definitieve keuze.
De keuze tussen
Liefde, en angst.
Angst is jouw gewoonte,
de Droom van de mensheid,
en de ontkenning
van het rechtmatige erfgoed van de Zoon.
Het is een erfgoed,
waarvan de aanvaarding,
een keuze is die men alléén moet maken,
omdat het eens alléén werd geweigerd.
Er wordt geen inspanning
ervaren in het Koninkrijk.
Er is alleen de manifestatie
van de wil van de Vader voor jou
en door jou –
een demonstratie die de slapende
ziel aanraakt van de Zoon
die voor even gehuld is in een droom van eenzaamheid,
strompelend door velden
bezaaid met de lijken van de dood,
en dat wat zelfs nu stervende is.
Want de Afscheiding van de Vader
is de dood,
en niets meer.
Als je kiest
voor de overvloed van het Koninkrijk,
is er een manier van leven geboren
die geen planning vereist,
geen resultaten,
geen veilig stellen van je overleving.
Alles is voorbereid,
voor wie eerst de Vader
dient die in je is.
Ontwaken uit de Droom
lijkt pijnlijk
alleen in de mate
waarin je je verzet vanuit
de verleiding van illusoire slaap,
en de schijnbare behoefte eraan.
Die slaap is slechts de gewoonte,
gecultiveerd sinds de keuze werd gemaakt,
om te vertoeven in de Droom van Afscheiding.
Wil je niet met Mij kiezen
voor de Werkelijkheid van het Koninkrijk?
Erin is alles wat je je ooit kunt verbeelden,
elke behoefte vervuld
voordat er ook maar één verzoek is gedaan.
Want je Vader weet zeker
dat je deze dingen nodig hebt.
Je hebt de vele aspecten
van de Afscheiding ervaren.
Je kent deze wereld goed.
Heeft haar allure
je niet duidelijk in de steek gelaten?
Kies dan,
laat slechts je
nutteloze droom los,
en wordt opnieuw geboren
in de ervaring van het Koninkrijk.
Deze keuze baart
een proces van herkenning
die snel de herinnering terugbrengt
aan de rechtmatige plaats van de Zoon.
Want je zult ter rechterhand
van de Vader zitten,
niets anders aanschouwend
dan de luister van een grootsheid
die onvoorstelbaar is binnen de schamele,
en pijnlijke,
Droom van Afscheiding.
De droom van angst,
het enige wat er is in de werelden van de mensheid,
bevat geen spoor
van ware vreugde,
alleen van schijnbare genoegens
die slechts een ogenblik duren.
Kies daarom,
Dat wat eeuwig is.
Kies daarom
Dat wat eeuwig blijft,
en waarvan de grenzen
nooit bereikt worden.
Kies daarom,
de aanwezigheid van de Vader
in jou,
en het Koninkrijk
het enige wat je om je heen zult ervaren.
Welk leven kan lichter zijn
dan een leven dat
geen spoor van strijd vereist?
Welke vreugde kan uitstijgen boven deelname
in de eeuwige overvloed
die de tegenwoordigheid van de Vader is,
en het wakker maken van de Zoon,
in iedereen
die de verschrikkelijke Droom leeft
waar je al zo lang onder lijdt?
We houden veel van je.
Maar we kunnen niet voor je kiezen.
We begeleiden je slechts,
en wijzen de weg
alleen wanneer je het vraagt,
en wachten geduldig op het dagen van
herkenning van de Droom
in het bewustzijn
van een denkgeest die gewend is aan schaduwen,
een herkenning
van de verdorvenheid van de Droom.
Kies helemaal voor het Koninkrijk,
en de Droom zal er niet meer zijn.
Hij verdwijnt voor altijd uit de denkgeest,
en laat alleen ongelooflijke vrede achter,
en verwondering dat de droom
ooit kon worden gedroomd.
Er is geen gebrek in het Koninkrijk.
Je enige taak –
als we die zo mogen noemen –
is om in vreugde de absolute
geborgenheid en overvloed
van de tafel van de Vader te ervaren.
Deze eenvoudige keuze
laat een waarheid zien,
die diep in het hart begraven ligt
van elke zoon die nog slaapt.
Van deze keuze getuigen
is een duwtje om te ontwaken,
totdat alle mensenzonen
weer leven als
de Waarheid die ze zijn:
de ene Zoon,
die verwekt is door de Vader
vóór alle werelden,
die deel heeft aan de overvloed
vrijelijk gegeven,
de aanwezigheid van de Vader.
Hierin ligt
het Koninkrijk
van de hemel op aarde.
Kan er,
in waarheid,
een andere keuze zijn dan deze?
Ik pauzeer even. De energie van Jeshua is plotseling afgenomen en ik staar naar de fonkelende lichten op het zwarte, stille water van de haven. Er is een heel zwak gevoel in mij, een soort pulseren. Ik geef mijn weerstand over en adem diep en langzaam. Ik laat buik, ribben en borstkas uitzetten en laat weer los zonder inspanning.
Hoewel de intensiteit van dit pulseren, deze trilling, niet toeneemt, lijkt het zich in alle richtingen uit te breiden, en wordt dan zachter en zachter, en trekt me er dieper in. Hoewel mijn ogen open zijn, vang ik een glimp op van gekleurde lichten, die ik zowel voel als zie.
Beelden beginnen te flitsen op het scherm van mijn bewustzijn met een ongelooflijke snelheid. Ik omarm de emotie die elk beeld met zich meebrengt en besef dat ze allemaal deel van mij zijn, elk een heel leven, dat zich steeds maar verder terug uitstrekt, schijnbaar zonder begin. Ze verschijnen en verdwijnen in een oogwenk. Terwijl ze wegvallen, voel ik mijn lichaam van binnen smelten, een dieper wordende vrede die elke cel omarmt en doortrekt. Ik los op, laat alle sporen van verzet, alle sporen van ontkenning, alle sporen van twijfel los – los meer en meer volledig op. Er komt steeds meer ruimte tussen de beelden, en het worden er steeds minder, en minder, en minder, totdat… er geen beelden meer zijn.
Ik weet niet hoelang dit duurt, want hier is geen tijd.
Uit de stilte van een leegte die voor altijd volmaakte volheid is, komt gewaarzijn te voorschijn, eerst van de weerspiegeling van mijn gezicht in het raam voor mij, dan van de stilliggende schepen in de haven, het stille water, de fonkelende en stralende lichten. Ze lijken allemaal vervat te zijn in de weerspiegeling op het raam, zij in mij en ik in hen; ik ben één met alle dingen. In mijn spiegelbeeld begint een flauwe glimlach te groeien, een glimlach die zachtjes ontspringt uit het centrum van mijn hart.
Ik wist niet dat het zo zou zijn. Ik zou dat nooit hebben kunnen vermoeden. Hier te zitten in deze prachtige oude schommelstoel, de wereld zo stil op dit vroege ochtenduur, niets bijzonders aan de hand. Alles hetzelfde, en toch alles zo anders!
Voor dit moment van eeuwigheid, is de Droom verdwenen.
Morgen begin ik met schrijven.
Nu,
is het klaar.
Nu al,
is de keuze gemaakt.
Nu, is
de herkenning
voltooid,
als een dief in de nacht komt zij,
steelt de spinnenwebben
van schaduwen,
en onthult de illusie
van een aloude Droom
aan de Zoon die zich herinnert.
Het einde van een eenzame reis,
en de viering
van één die opnieuw is begonnen.
Het is niet een reis naar,
maar binnen,
het Koninkrijk.
Aldus is Mijn belofte vervuld,
want de Droom is voor altijd verbrand
in de heerlijkheid van de aanwezigheid van de Vader.
Nu,
begint het leven opnieuw.
Nu,
vervult het leven zichzelf.
En dit,
zonder inspanning.
Welkom thuis,
geliefde broeder,
welkom thuis.
Amen.
*****
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!